De Grote Toren ofwel de Toren van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk in Breda is een kerktoren in Breda en met ruim 97 meter de vijfde hoogste kerktoren van Nederland.
De toren is gebouwd tussen 1468 en 1509 in Brabants-gotische stijl en staat aan de westkant van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk. Het is zowel een kerk- als een stadstoren. In 1494 zijn er al torenwachters; in 1503 de eerste klokken. In 1506 zijn alle stenen gelegd, waarna in 1509 de houten spits met leien, bekroond met een kruis, appel en haan op de toren wordt gehesen. In 1513 is sprake van een klokkenvoorslag, gekoppeld aan een uurwerk. De eerste vermelding van een beiaardier stamt uit 1526. In 1535 worden toren en kerk aan elkaar vast gebouwd.
De toren verving een voorganger die in 1457 instortte. Deze toren was onderdeel van een zogenoemd “stennen monster”: een bakstenen klooster(achtige) kerk waarvan sprake is in een document uit 1269. Deze (Romaanse of Romanogotische) kerk stond op de plaats van de huidige Brabantsgotische kerk, die tussen 1410 en 1548 is gebouwd.
De architect van toren en kerk is onbekend. Men vermoedt de betrokkenheid van de beroemde bouwmeesterfamilie Keldermans uit Mechelen. Tegen de tijd dat de toren zijn hoogtepunt bereikte blijken stadsarchitect Cornelis Joos Berwouts en metselmeester Ghiben bij de torenbouw betrokken te zijn geweest. De lichtgekleurde kalkzandstenen, die de bakstenen kern van de toren bekleden, komen uit groeven bij Gobertange, in het midden van het huidige België. De stenen werden destijds aangevoerd per schip. De Bredase haven stond toen nog in open verbinding met de zee, via de rivier de Mark.