De Beiaard
De eerste klokken in de Grote Kerk waren in 1503 aanwezig. In 1511 werd er naast een uurklok ook een zestal klokken geleverd voor de voorslag die later werd uitgebreid tot 18 klokken. De eerste vermelding van een beiaardier stamt uit 1526.
In 1685, in de economische opleving na de tachtigjarige oorlog, werd besloten over te gaan tot de aanschaf van een nieuw beiaard. De 18 klokken werden hierbij ingeleverd en Melchior De Haze leverde hiervoor 25 nieuwe klokken. Later werd dit spel verzwaard met een serie van vijf klokken door dezelfde gieter en zo ontstond een iets zwaarder spel van in totaal 30 klokken.
Op 11 mei 1694 vatte de houten spits vlam na een blikseminslag. Om te voorkomen dat het vuur zich zou verspreiden over kerk en stad, is geprobeerd de brandende spits met kanonskogels van de toren te schieten. Kerk en stad zijn gespaard gebleven, maar de beiaard en de luidklokken gingen verloren.
De herstelwerkzaamheden werden voortvarend aangepakt. In 1695 was er alweer een nieuw uurwerk. In hetzelfde jaar leverde klokkengieter Passchier Melliaert uit Antwerpen een vijftal luidklokken, waaronder de huidige luidklok. In 1702 was de restauratie van de toren gereed met het aanbrengen van een nieuwe houten spits. Een nieuwe beiaard van 40 klokken werd pas in 1723 in de toren aangebracht.
In 1929 werd de beiaard vernieuwd waarna deze in 1943 door de Duitsers grotendeels werd gevorderd. Slechts 17 klokken overleefden de Tweede Wereldoorlog. In 1955 werden ze aangevuld tot 49 stuks door de firma Eijsbouts in Asten, waarbij er later nog enkele kleine klokjes zijn vervangen. In 2016 is de beiaard voor de laatste keer uitgebreid met zes stuks waarmee het totale aantal op 55 klokken komt.
De beiaard wordt twee maal per week bespeeld door de stadsbeiaardier. De melodietjes die op de kwartieren klinken, komen van een speeltrommel die tweemaal per jaar wordt verstoken door de stadsbeiaardier.
Overzicht Bredase stadsbeiaardiers
- Tomaes den beyaert: alleen in 1526 vermeld
- Heynrick Willemsz den beyaert: 1535 – 1566
- Peeter Henriek Willemsz: 1566 – 1596, zoon van Heynrick Willemsz
- Jacob Peeter Henricks: 1597 – 1602, zoon van Peeter Henrick Willemsz
- Robrecht Vermey: 1602 – 1604, organist van de Grote Kerk van 1601 – 1604
- Coenraet Henricx van Stromborch: 1604 – 1625
- Henrick Coenraet Henriex: 1625, zoon van Coenraet Henricx van Stromborch
- Alonso van Diepenbeeck: 1625 – 1639
- Gillis Peters van der Steen: 1639 – 1673
- Alexander van der Steen: 1673 – 1694, zoon van Gillis Peeters van der Steen
- Gregorius Hermanus Zeemans: 1724 – 1727, zoon van Jacobus Zeemans
- Jacobus Zeemans: 1727 – 1744
- Johan Fredrik Richter: 1744 – 1785
- Jacob Middelaer: 1785 – 1809
- Petrus van Oeckelen: 1809 – 1810
- Johannes Matheus van Oeckelen: 1810 – 1860
- Cornelis Verdaasdonk: 1860 – 1890
- Petrus Oomen: 1890 – 1923
- Jacobus Aloysius Maassen: 1924 – 1946
- Peter Maassen: 1946 – 1975
- Jacques Maassen: 1975 – 2012
- Paul Maassen: 2012 – heden, in de periode okt 2023 – sept 2024 vervangen door David van der Vlies
Beiaardiers familie Maassen
Bron: Kunnen die @#$! klokken niet stoppen? – publicatie ter gelegenheid van 100 jaar Maassen in de toren (2024)
De afgelopen eeuw is de beiaard van de Grote toren achtereenvolgend bespeeld door een lid van de familie Maassen. Jac., Peter, Jacques en Paul hebben een identieke kijk op de rol van beiaardier. Het is absoluut geen solitaire muzikant, maar al 500 jaar in Breda een verbinder tussen boven en beneden, en tussen binnen en buiten.
Jac.
De op 18 november 1887 in Venlo geboren Jac. had in Breda als dirigent van verschillende koren en als muziekleraar, componist en beiaardier een drukke muziekpraktijk. Jac. promootte de beiaard als concertinstrument, anders dan als louter verschaffer van achtergrondmuziek op markt- en feestdagen. Hij was de grote stimulator in Breda van de vernieuwing van de beiaard die inmiddels allerlei tekortkomingen had. Mede door een grote volksactie kon in 1929 het vernieuwde carillon in gebruik worden genomen. Vanwege de gevreesde vordering van de klokken door de Duitse bezetter werd het spel van stadsbeiaardier Jac. Maassen in 1943 op vier grammofoonplaten vastgelegd als historische erfenis aan het Bredase klokkenspel. Op 29 maart 1943 werden de 40 door Gillett & Johnston gegoten klokken uit de toren verwijderd. Na de bevrijding hervatte Jac. de beiaardbespelingen op de resterende klokken. Hij heeft het herstel van ‘zijn’ beiaard helaas niet meer mogen beleven. Zijn onverwachte overlijden in juli 1946 aan een hartstilstand achter het orgel van de Sint-Jozefkerk was groot nieuws. Op zijn grafsteen staat de vermelding ‘stadsbeiaardier’.
Peter
Peter werd op 31 maart 1910 in Keulen geboren. Net als zijn vader dirigeerde Peter kerkkoren, gaf hij muziekles en was hij kerkorganist in Breda. Na vervolgstudies piano in Antwerpen en Parijs behaalde hij in 1935 het diploma van de befaamde Mechelse beiaardschool. Na het overlijden van vader Jac. in 1946 volgde hij hem op als stadsbeiaardier in Breda. In september 1955 bespeelde Peter de nieuwe beiaard voor het eerst toen de restauratie van de carillonverdieping gereed was. In de jaren ’60 was hij tevens beiaardier in Valkenswaard, ‘s-Hertogenbosch en Helmond. In augustus 1975 gaf Peter zijn laatste uitvoering als stadsbeiaardier van Breda: hij ging met pensioen. Hij werd hartelijk toegesproken en van bloemen voorzien door een van de marktkoopmannen die jarenlang twee keer per week van zijn spel mocht genieten. Op 12 juni 1992 overleed hij.
Jacques
Jacques werd op 6 december 1947 geboren in Breda. Hij combineerde zijn studie muziekwetenschap met een opleiding aan de in 1953 opgerichte Nederlandse beiaardschool in Amersfoort, waarvoor hij de Prix d’Excellence onving. In 1984 werd hij zelf directeur van de NBS. Jacques bleek al snel een groot talent als beiaardier en daarnaast ook een goed organisator, didacticus, publicist, propagandist en bestuurslid. Hij gaf beiaardconcerten, masterclasses en lezingen in binnen- en buitenland, en hij was voorzitter van de Nederlandse Klokkenspel Vereniging en vicevoorzitter van de Beiaard Wereld Federatie. In 1988 wijdde Jacques de nieuwe Eysbouts beiaard van het Escorial bij Madrid in met drie avondconcerten, waarbij duizenden enthousiaste luisteraars aanwezig waren. In Breda bereikte hij met gemiddeld 15 nummers per speeluur, twee keer per week, zeker de dankbare marktkooplieden die vaak meezongen met zijn uitvoering van nummers uit de top-40, van Frans Bauer, Vader Abraham of het NAC-lied. Volgens zijn zeggen ‘vanuit de mooiste werkplek van Breda’. Tot 1983 was Jacques Maassen ook beiaardier van het Heuvelcarillon. Hij vond het samenspel van de klokken symbolisch voor de hechte band tussen de bewoners onderling. Op 30 november 2012 ging Jacques met pensioen na een carrière van 37 jaar als stadsbeiaardier. Niet lang daarna overleed hij op 27 september 2013. Als nationaal en internationaal zeer gewaardeerd multi-talent, maar vooral als Bredanaar.
Paul
Paul werd op 27 oktober 1981 in Breda geboren. Via zijn vader en zijn pianoleraar kreeg hij affiniteit met andere muziekvormen, waaronder jazz en pop. Vanaf zijn 15e begon Paul steeds meer jazzmuziek te maken, ook met een eigen trio. Na zijn eindexamen ging hij jazzpiano studeren aan het Rotterdams conservatorium. Paul is nog steeds actief als jazzpianist in het ensemble Utrecht Jazz Archipel. Een vervolgstudie aan het Utrechts conservatorium bood hem de mogelijkheid om beiaardlessen te volgen bij de bekende Vlaamse beiaardier Carl van Eyndhoven. Sinds 2012 is Paul stadsbeiaardier van Breda. Net als zijn vader probeert hij regelmatig nieuwe muzieksoorten uit op het klokkenspel. Zo gaf hij in 2021 een concert dat in het teken stond van de avantgardistische Amerikaanse componist popmusicus Frank Zappa. In augustus 2022 voerde hij in een avondconcert Beatles-repertoire uit. Ook levert Paul jaarlijks een bijdrage aan het Breda Jazz Festival. In de nieuwe beiaardcabine heeft Paul de portretten van zijn drie voorgangers Jac., Peter en Jacques opgehangen. Om het verleden met het heden en de toekomst te verbinden.