DE BREDA NASSAUKLOK (1695)
EN ZIJN BEKENDE VOORGANGER (1667)
Wie kent niet het gezegde:
DIE TOT BREDA IN VREUCHT WIL LEVEN
DIE MOET DE VROUWEN DE OVERHANT GEVEN
Deze spreuk stond op de klok die met de torenbrand van 11 mei 1694 verloren is
gegaan. De vervanger van deze klok werd een jaar later gegoten en functioneert
nog steeds. Het is de zogenaamde Breda Nassauklok, want stadhouder-koning
Willem III had een belangrijk aandeel in de totstandkoming ervan.
De huidige luidklok weegt ongeveer3600 kilo en draagt de inscriptie
WILHELMUS III, DG MAGNAE BRITTANIAE REX, BARO IN BREDA, FIDEI
DEFENCOR, ANNO MDCXC, PASCHASIUS MELLIAERT ME FUDIT, ANNO MDCXCV.
Oftewel:
‘Ik heet Willem III, dankzij God [ben ik] koning van Groot Brittannië, baron
van Breda en verdediger des geloofs, Passchier Melliaert [uit Antwerpen] goot
mij in het jaar 1695’.
De klok functioneert thans ook als uurslag en zwaarste beiaardklok. Op bijzondere
momenten wordt hij (met de hand) geluid door het Klokkenluiders-Gilde Breda
(KGB), bijvoorbeeld toen prins Willem-Alexander op 14 januari 2010 de expositie
Woord en Wapen opende in de Grote Kerk. De Breda Nassauklok is een van de
weinige muziekinstrumenten die nog bewaard zijn gebleven waaraan de Nassaus
daadwerkelijk hebben bijgedragen.
De klok hangt er nu al 315 jaar en dat is heel wat langer dan zijn beroemde
voorganger. Deze, ook wel de Bom genoemd, heeft slechts een kort leven gekend,
namelijk van 1667 tot de brand van 1694.
In 1667 was Breda was in alle staten. Op het kasteel werd door vertegenwoordigers
van verschillende landen onderhandeld om een einde te maken aan de Tweede
Engelse Oorlog. Bij de proclamatie van die vrede zou veel klokgelui nodig zijn,
maar de grootste klok was gebarsten! Omdat te verhelpen werden de Antwerpse luidklokkengieters Claudius Humbloet en Johannes Lefèvere te hulp geroepen. Zij goten de gevraagde klok in de maanden juli en augustus op het terrein van de Sint Joostkapel en ze waren net klaar voor de afkondiging van de Vrede van Breda op 6 september 1667.
De klok van 1667 droeg de wapens van de prins en prinses van Oranje, Willem
Hendrik (de latere stadhouder Willem III) en zijn voogdes en grootmoeder
Amalia. Verder is geen opschrift bekend. Behalve de beroemde spreuk, stond, aan
de andere kant van de klok:
MIJN NAAM IS ROELANT,
ALS ICK LUY AAN EENEN KANT,
DAN IS TOT BREDA ALLARM OF BRANT,
ALS ICK GA AAN BEIJDE SIJDEN,
DAN IS BREDA IN GROOT VERBLIJDEN.
Willem III is dus zowel bij de klok van 1667 betrokken geweest als bij die van 1695.
Het is dan ook niet vreemd dat de geboortedag van Zijne Hoogheid jaarlijks op
14 november met klokgelui werd gevierd en dat de klok na zijn dood op 19 maart
1702 uitgebreid werd gebruikt bij het zogenaamde overluiden. Vanwege het
overlijden van Zijne Majesteit werd vanaf 26 maart met alle klokken van de stad
geluid gedurende negen weken, driemaal daags, twee uur lang. Een week later
werd het torentje van de Waalse kerk hiervan uitgesloten want dat stond op
instorten.
Jacques Maassen
Maart 2012