Klokje Jan (Stadhuis)

Het eerste stadhuis is gebouwd in de 13de eeuw toen Breda stadrechten kreeg. Het was een stenen gebouw, tussen de vele houten huizen op de Grote Markt.  Tijdens de grote stadsbrand van 1534 had het stadhuis grote schade opgelopen. Kort hierna vond een herbouw plaats, waarbij de gronden van de verbrande panden aan beide zijden gebruikt werden voor uitbreiding van het stadhuis. Rond 1680 is hier nog een pand aan toegevoegd. Het huidige stadhuis bestaat dus eigenlijk uit vier panden. In de 18de eeuw kreeg het stadhuis de huidige voorgevel, waardoor het pand van buiten één geheel lijkt.

De herbouw in 1534 werd in 1540 afgerond met de voltooiing van de kap. Op dit moment werd ook het klokje geplaatst. Deze klok, Klokje Jan genaamd, stamt uit 1403 en is daarmee ouder dan de klokken in de Grote Kerk. Over de herkomst of de gieter van de klok is geen concrete informatie te vinden. Maar vermoedelijk is deze gegoten door Joris van Harelbeke en is de klok afkomstig uit het in 1410 voltooide koor van de Grote Kerk.

Boven de ingang van het stadhuis staat een beeld van een vrouw met een blinddoek en een weegschaal, vrouwe Justitia. Tot de Franse tijd werd er namelijk ook recht gesproken in het stadhuis. In een vierschaar in de hal bevonden zich de schepenen, de griffier en de schout. Altijd wanneer het vonnis de doodstraf werd afgekondigd, werd na de executie het Klokje Jan geluid.

Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog was de klok opgeslagen in de kelder van het stadhuis. Rond 2003 werd Klokje Jan weer opgehangen in het daktorentje. Bij bijzondere gelegenheden, zoals de aanvang van een nieuwe bestuursperiode van de gemeenteraad, wordt Klokje Jan geluid.

 

Link: Op ontdekkingstocht door het stadhuis – Klokje Jan